Huisvesting Filippijnse kaketoe

Omheining

Het broedblok moet uit hardhout bestaan. Het verblijf moet uit voldoende sterk metaal en gaas bestaan anders bijt de kaketoe er zich met zijn sterke snavel zo door heen. Een metalen voer- en drinkbak, twee tot drie dikke zitstokken van hardhout zijn voldoende.

Vloer

De kooi of volierebodem dient met vogelzand bestrooid te worden. Vogelzand bevat een anijsextract dat houden van vogels tot een reukarme zaak maakt.

Onderhoud

  • Dagelijks:
  • voer- en waterbakjes met heet water uitspoelen, afdrogen en opnieuw vullen. Vuil in de omgeving van de kooi met een stofzuiger verwijderen, afstoffen omdat kaketoes veerstof verspreiden.
  • Wekelijks:
  • bodembak twee keer per week legen en van nieuw vogelzan voorzien.
  • Maandelijks:
  • kooi, bodembak en alle spulletjes in ed kooi grondig met heet water schoonboenen en vervolgens afdrogen. Een ontsmettingsmiddel moet geschikt zijn voor het gebruik bij siervogels.

    Omgeving

    Kies een rustige hoek in de woonkamer voor het plaatsen van de kooi. Deze plek dient licht, luchtig en tochvrij te zijn. Ook moet hier van tijd tot tijd de zon schijnen. De kooi van een afzonderlijk gehouden vogel moet in een veelgebruikte kamer komen te staan. Dan kan de kaketoe aan het gezinsleven deelnemen en hoeft hij zich niet te vervelen. Plaats de kooi nooit op de vloer. Daar wordt de kaketoe onzeker van. Beter is een verhoogde standplaats, ongeveer op ooghoogte, van waaruit de vogel zijn omgeving kan overzien.

    Maten

    Een kooi is over het algemeen de gebruikelijkste huisvesting voor een kaketoe. Een kooi van 70 x 70 cm groot en en hoogte van 100 cm is voldoende voor een enkele vogel. De bodem van zo’n kooi begint op ongeveer 55 cm. hoogte.

    Een paartje heeft een nest- en slaapblok nodig van minstens 1 x 1 x 1 meter en tevens voldoende vrije vliegruimte.