Voeding Panterschildpad

Dieet

De panterschildpad is een herbivoor (planteneter) en heeft een dieet van gevarieerde plantenkost, met maximaal 20% fruit. Paddestoelen, gekiemde bonen, sperziebonen, tuinbonen en alfalfa kunnen aan deze schildpadden gevoerd worden.

Hak de planten in stukjes en meng alles goed door elkaar, zo krijgt het dier gevarieerd voedsel met een breed scala aan voedingsstoffen.

Herbivore schildpadden krijgen vaak te veel eiwit in hun dieet. Deze soorten eten wel rundvlees, kip, knaagdieren, insecten en honden- of kattenvoer. Een aandeel van dierlijk eiwit kan voor jonge dieren wel goed zijn, maar oudere dieren krijgen hier vaak een nierkwaal van. Voor herbivoren is een maximaal eiwitgehalte van 15% voor jonge dieren en 5% voor oudere dieren aan te raden. Dit eiwit kan het best gegeven wordenin de vorm van plantaardig eiwit.

Nutriëntenbehoefte

Het natuurlijke voedsel van panterschildpadden is veel gevarieerder en rijker aan voedingsstoffen dan het voedsel dat gegeven wordt. Het is dus belangrijk vitaminen en mineralen toe te voegen aan het dieet van de panterschildpad. Dit kan door het voedsel te bepoederen met een multi-vitaminen- en mineralenpreparaat.

Vitaminen
Een vitamine A tekort zorgt voor oog- en huidproblemen. Deze problemen kunnen opgelost worden door vitamine A toe te voegen aan het voedsel. Een tekort aan vitamine B geeft problemen met de huid en de spijsvertering. Vitamine D3 is nodig voor de calcium opname. Vitamine D3 wordt met behulp van ultraviolet licht (zonlicht) in de huid gemaakt. Ultraviolet licht kan niet door glas heen. Aan dieren in een glazen vivarium dient vitamine D3 of ultraviolet licht gegeven te worden. Vitamine E is bevorderend voor de vruchtbaarheid en zit veel in vruchten of kiemen. Vitamine H is nodig voor de stofwisseling, een tekort kan een schilferachtige huid, spierverzwakking en vertraagde groei tot gevolg hebben.

Mineralen
De panterschildpad heeft een inwendig en een uitwendig skelet, voor de opbouw hiervan is calcium (kalk) en fosfor nodig. Het voedsel moet 1,5 keer zoveel calcium dan fosfor bevatten. Een kalkgebrek, in het voedsel, kan rachitis veroorzaken. Dit heeft tot gevolg dat het dier sponsachtige, misvormde en zwakke botten heeft of dat de eieren slecht zijn of een slechte uitkomst van de eieren (mismaakte of dode jongen) optreedt.
Naast calcium en fosfor zijn ook natrium, kalium en magnesium in redelijke mate nodig. Jodium, koper, mangaan, zink, selenium en ijzer zijn in minder mate nodig, maar het geheel ontbreken van deze mineralen kan ernstige gevolgen hebben.

Voedingsplaats en voedingsschema

Volwassen panterschildpadden mogen ongeveer drie keer per week gevoerd worden. Jonge dieren mogen dagelijks een klein beetje gevoerd worden.

Handopfok

Panterschildpadden hebben twee tot drie legsels per jaar, met 5 tot 12 eieren per keer. De incubatietijd bedraagt 96 tot 180 dagen, bij 27 tot 30°C, in vochtig vermiculiet.
Na het uitkomen blijven de jongen stilzitten totdat de dooierzak volledig is opgeteerd. Wanneer de jonge dieren gaan rondlopen, kunnen ze op vochtige tissues gezet worden in een goed geventileerde bak. De temperatuur moet 25°C in het koele gedeelte van het verblijf zijn, en 30 tot 32°C op de warmste plek in het verblijf.

De eerste winterslaap kan overgeslagen worden, hierna dient de schildpad elk jaar een winterslaap te houden.