Voeding Ezel

Dieet

Er zijn voor ezels een aantal voedermiddelen geschikt. Zoals hooi, stro, voederbieten, voederwortelen, pulp, haver en krachtvoer. Als basisvoedsel van de ezel volstaat droogvoer, waarbij de hoeveelheid twee procent van het totale lichaamsgewicht bedraagt. Een ezel van 150 kg mag dus dagelijks 3 kg droogvoer krijgen, waarvan de helft stro en de andere helft hooi. Suikerbieten en onbeperkt grazen in een overvloedige weide zijn voor ezels niet aan te raden. De dieren worden hiervan heel snel vet. Vers water is in het dieet van een ezel een noodzaak.

Nutriëntenbehoefte

Voor mineralen die de ezel nodig heeft, kan een liksteen in de stal opgehangen worden.

Voedingsplaats en voedingsschema

Het is belangrijk om de voedingsplaats op een vaste plaats te houden. Dit komt omdat de ezel een gewoonte dier is en dus iedere dag zijn eten op dezelfde plek verwacht. Deze voedingsplaats moet op een droge en beschutte plek zijn.

Handopfok

Als een ezel met de fles grootgebracht moet worden, is het van onschatbare waarde wanneer de moeder, de eerste dag, gemolken kan worden. Zo kan het veulen biest (de eerste moedermelk) binnenkrijgen, die biest biedt het veulen immuniteit tegen infectieziekten. De biest moet binnen 48 uur gegeven worden, omdat de darmwand van het veulen de stoffen in de biest alleen dan kan opnemen. Wanneer de moeder overleden is tijdens de bevalling, is het belangrijk dat het veulen, met behulp van inentingen, beschermd wordt tegen ziektes. Onmiddellijk na de geboorte dient het veulen drooggewreven te worden met handdoeken en warm gehouden te worden met een infrarode lamp. Deze houdt meteen het stro en de lucht droog.

Voor paardenveulens is surrogaat melk in de handel, maar voor ezelveulens is melkpoeder voor mensenbaby’s het beste alternatief. Uit analyses is gebleken dat mensenmelk (en dus de poedermelk die voor mensenbaby’s geschikt is) het meest op ezelinnenmelk lijkt. Koe- of geitenmelk bevat voor ezels te veel vet. Gebruik gedurende de opfokperiode steeds hetzelfde product en geef de voeding altijd op een temperatuur van ongeveer 38°C. Maak de melk voor elke voeding vers aan en gooi resten weg. Zorg ervoor dat het veulen altijd een emmer vers drinkwater ter beschikking heeft.

In het begin zal het veulen niet meer dan 600 tot 900 ml kunnen drinken. De eerste acht uur is het ideaal wanneer het veulen elk uur te drinken krijgt. Schakel daarna over op voedingen om de twee uur, het veulen moet deze voedingen de eerste week, dag en nacht krijgen. Het veulen zal dan waarschijnlijk 1200 tot 1800 ml kunnen drinken. Als het veulen goed drinkt kunnen de voedingen ’s nachts teruggebracht worden. Schakel na drie weken over op voedingen om de drie uur overdag en ’s nachts om de vier uur. Ten slotte kan er naar een situatie toegewerkt worden, waarbij de voeding ’s nachts weg mag vallen.

Moedig het veulen aan om als bijvoeding vast voer te proberen. Een mengsel van gelijke delen broodzemelen, havermout en maïsvlokken is hiervoor uitermate geschikt. Geef het veulen in het begin, drie keer per dag, een hand vol van dit mengsel. Vanaf de derde of vierde week kan ook hooi van goede kwaliteit in de stal gelegd worden. Als het veulen vijf maanden oud is, kan iedere week een maaltijd wegvallen. Ook kan nu steeds meer hard voer gegeven worden. Geef per dag drie maaltijden van ongeveer een halve kilo. Het is belangrijk dat het veulen zelf water kan drinken, anders kunnen de melkmaaltijden nooit wegvallen.