Risico's van omgevingsverrijking

19juli2006
Bron: Second nature, Environmental enrichment for captive animals. D.J. Sheperdson, et al, 1998
Als omgevingsverrijking niet aan de eisen van een diersoort voldoet, is het mogelijk dat verrijking van de omgeving stress veroorzaakt.
Omgevingsverrijking kan een goede methode zijn om stress en het daarbij horende stereotiepe gedrag bij dieren in gevangenschap te verminderen. Vermindering van stress betekend een beter dierwelzijn. Wanneer echter omgevingsverrijking niet aan de persoonlijke eisen van een diersoort wordt aangepast, is het mogelijk dat juist die verrijking van de omgeving bijdraagt aan een verhoging van stress.

Als lampongapen (Macaca Nemestrina) beschikking hebben over twee ruimtes i.p.v. één, raakt het dominante mannetje de controle kwijt over zijn groep. Hierdoor worden vrouwtjes onderling veel agressiever.
Klimaatwaardes zijn ook factoren die de omgeving beïnvloeden. Bij te hoge of lage temperaturen worden sommige diersoorten onvruchtbaar of vatbaarder voor infecties. Wanneer het bij nachtapen niet donker genoeg is, zorgt dit voor een vermindering van voeropname.
Ook het type grondsoort kan als verrijking gezien worden. Nadeel is dat natuurlijke grondsoorten moeilijk schoon te houden zijn. Daarnaast zijn het broedplaatsen voor parasieten en ziekteverwekkers. Dat komt omdat dieren in gevangenschap gedwongen zijn om hun behoefte binnen één kleine ruimte te doen.
Toevoeging van materialen om op te slapen zoals stro, houtsnippers, maïskolven en gescheurd papier verminderd vooral bij primaten onderlinge agressie.
Objecten om aan te knabbelen komen vaak van planten, hoewel deze giftig kunnen zijn. Daarbij kunnen sommige dieren deze stokken en bladeren niet verteren, waardoor deze voor een verstopping in de darmen kunnen zorgen.
Speelobjecten mogen net als kinderspeelgoed geen giftige stoffen bevatten, goed reinigbaar en duurzaam zijn. Verder mogen er aan de speeltjes geen scherpe randen zitten en dieren mogen er niet in kunnen stikken. Touwen en kettingen kunnen afknellende stroppen vormen.
Wanneer voeding als omgevingsverrijking wordt toegepast, moet erop worden gelet, dat niet alleen het dominante dier voer pakt. Er kan een hevige strijd om het voer ontstaan, wat veel stress oplevert voor dieren die lager in rang staan.
Groepsvorming kan leiden tot agressiviteit en stress door onderlinge strijd om de positie in de groep. Door sociale verrijking kunnen besmettelijke ziektes makkelijker onderling worden verspreidt. Ook individuele behandeling voor een enkel dier is lastiger binnen een groep.

Het wel of niet toepassen van een bepaalde omgevingsverrijking is dus afhankelijk van het dier of diersoort. Voor ieder dier is het van belang dat de juiste verrijking op de juiste manier wordt toegepast.