Voeding tijdens de rui

28oktober2009
Bron: The Waltham Book of Companion Animal Nutrition, Pergamon Press Ltd, 1993, foto van Rex, via Wikipedia
Veren bestaan voor 85-97 procent uit eiwit. En dit eiwit bestaat vrijwel geheel uit keratine. Keratine is een taai, onoplosbaar eiwit wat een hoog percentage aan zwavelhoudende aminozuren bevat. Door de disulfidebruggen tussen de moleculen ontstaat een stevige structuur.
Tijdens de rui van vogels, die 6-8 weken kan duren en die in West Europa meestal in de nazomer plaatsvindt, zijn het aminozuurgehalte en de –samenstelling van de voeding dus belangrijk. Vooral de zwavelhoudende aminozuren methionine en cysteine spelen een rol. Cysteine is een belangrijke component van keratine en methionine is een cysteine precursor.
Wanneer veel veren aangemaakt moeten worden, wordt een maximale voerefficiëntie behaald wanneer minstens de helft van de zwavelhoudende aminozuren in het dieet cysteine is. Na deze periode vermindert de waarde van cysteine.
Tijdens de rui wordt geadviseerd om zaden als raapzaad en witte millet aan te bieden, omdat deze hogere gehaltes van deze aminozuren bevatten.
Naast een hogere eiwitbehoefte tijdens de rui, is de energiebehoefte ook hoger. Kale vogels hebben een energiebehoefte die 85% hoger is dan vogels met normale bevedering (bij 22 °C). Vogels tijdens de rui kunnen dus ook wel wat extra energie gebruiken in de vorm van oliehoudende zaden.
Licentie foto: Creative Commons Attribution-Share Alike 3.0