De levenskwaliteit van hulphonden

25november2005
Bron: dierennieuws
Als honden getraind worden om mensen te helpen krijgen ze van pup af aan een opleiding. Dat kan een opleiding als blindengeleidehond of als hulphond (zgn. SOHO-hond) zijn.
In beide gevallen zorgt de hond ervoor, dat mensen niet meer afhankelijk zijn van anderen. In dat geval wordt de hond hun steun. Voor de mens een oplossing. En voor de hond?

Een blindengeleidehond kan alleen worden aangevraagd via het KNGF (Koninklijke Nederlandse Geleidehonden Fonds). In feite worden slechts drie rassen gebruikt: Labrador Retrievers, Duitse Herders en Golden Retrievers. De pups komen onder huiselijke omstandigheden ter wereld, omdat de moederhonden bij gastgezinnen worden ondergebracht. Zeven weken na zijn geboorte verlaat de pup zijn nest en moeder, en gaat naar een puppypleeggezin. Hier wordt de basis gelegd voor socialisatie.
Op het moment dat de pup ongeveer veertien maanden oud is, gaat hij naar een geleidehondenschool voor zijn opleiding. Deze opleiding duurt ongeveer acht maanden, waarbij hij alle belangrijke begrippen en commando’s leert. Bij voldoende beheersing krijgt de hond een eindinstructie, waarbij hond en nieuwe eigenaar samen opgeleid worden. Er wordt gekeken of baas en hond bij elkaar passen. De nieuwe baas leert er met de hond om te gaan.
Deze hond blijft steeds eigendom van het KNGF; zijn baas wordt gezien als “gebruiker”. Als de hond te oud wordt (op ongeveer negen jarige leeftijd) gaat hij met pensioen. Hij gaat dan naar een adoptiegezin om daar zijn oude dag verder door te brengen.
Deze korte levensloop laat zien, dat de hond toch een langere periode bij zijn “gebruiker” is. Hoewel de dieren niet teveel menselijke eigenschappen toegedicht kunnen worden, hecht zo’n hond zich wel aan een baas.
De vraag rijst dan, welke invloed het op de hond heeft als hij als hulphond of geleidehond wordt opgevoed. Er vindt selectie plaats op het juiste karakter, op het plezier in het werk en op de wijze waarop ze trainingen aankunnen. De geselecteerde honden gedragen zich ook alsof ze plezier in hun werk hebben. Ze lopen vaak kwispelend en houden zich onvoorwaardelijk aan de regels van de opleiding.
De hond kan echter niet rennen en ravotten met andere honden. Zijn baas is namelijk de enige die de hond uitlaat. Hij mag niet worden afgeleid van zijn taken en niet geaaid worden. Begrijpelijk, maar onnatuurlijk. Hoewel het leven van de gehandicapte vooruit gaat is het maar zeer de vraag in hoeverre het gesteld is met het leven van de hond.