Vroeger werden de seriema’s ondergebracht bij de kraanvogelachtigen, maar middels DNA onderzoek is aangetoond dat ze aan de basis staan van de groep die valken, parkieten en zangvogels omvat. De familie telt twee soorten, de kuif- of roodpootseriema (Cariama cristata) uit Zuid-Oost Brazilië en Centraal-Argentinië en de zwartpootseriema (Chunga burmeisteri) uit Paraguay en Noordwest-Argentinië.
Kuifseriema’s zijn 75 tot 90 cm groot en wegen zo’n 1,5 kg. Ze hebben rood-oranje poten en een mooi kuif op de kop. De kuif bestaat uit stugge veren die altijd overeind staan kan wel 10 cm lang worden. Kuifseriema’s zijn één van de weinige vogels die wimpers hebben. Het voedsel van kuifseriema’s bestaat uit insecten, slangen, hagedissen, kikkers, kleine knaagdieren en jonge vogels aangevuld met plantaardig voedsel als mais en bonen. Kuifseriema’s hebben ook een apart roep, deze wordt wel een kruising tussen het gejank van een puppy en het geklok van een kalkoen genoemd. De vogels laten hun roep vaak ’s morgens horen. Hiermee wordt het territorium afgebakend.
Met het roodpootseriemajong dat half juni uit het ei is gekropen, gaat het goed. Het heeft het nest verlaten en loopt al parmantig door het verblijf.
Kuifseriema
12oktober2011
Een kuifseriema of roodpootseriema is een bodembewonende vogel die van oorsprong in Zuid-Amerika voorkomt. De vogels vliegen weinig en zullen bij gevaar eerder wegrennen. In Zooparc Overloon is deze zomer een jonge kuifseriema uit het ei gekropen.
