Dwergnijlpaard

28oktober2009
Bron: rotterdamzoo.nl en waza.org
Dwergnijlpaarden worden vaak aangezien voor babynijlpaarden. Maar dit is een andere soort nijlpaard, met een iets ander uiterlijk en met ander gedrag. Zo brengen dwergnijlpaarden een veel groter deel van hun tijd op het land door.
Vergeleken met de ‘grote’ nijlpaarden hebben dwergnijlpaarden langere poten, een smallere kop en minder prominente ogen, die ook nog eens meer aan de zijkant van de kop zitten. De huid is zeer donker van kleur en ziet er wat glimmend uit. Dit is een slijmlaag die de huid tegen uitdroging beschermt. In het wild brengen de dieren veel tijd door in modderpoelen, moerassen en in dichtbegroeid bos. De dwergnijlpaarden leven solitair, alleen in de paartijd zoeken het mannetje en het vrouwtje elkaar op. De paring vindt plaats op het land of in het water en is langdurig en luidruchtig. Na een draagtijd van 187 tot 204 dagen wordt meestal één jong geboren.

Dwergnijlpaarden (Hexaprotodon liberiensis) kunnen goed in dierentuinen gehouden worden. De dieren planten zich goed voort. Het is belangrijk dat in een dwergnijlpaarden verblijf naast water ook voldoende ‘droge’ ruimte is. De voeding van dwergnijlpaarden in de dierentuin bestaat uit hooi, groente, sla, gras en pellets.

In Diergaarde Blijdorp is kort geleden een dwergnijlpaard geboren. Dit is het derde jong van deze moeder. Moeder en dochter maken het goed.