Too bee or not to bee

08juli2009
Bron: Wageningen update
In verband met de zogenaamde "verdwijnziekte" hebben Wageningse onderzoekers een voorlopige analyse met aanbevelingen geschreven in opdracht van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselveiligheid (LNV).
De “verdwijnziekte” is een term, die nogal verwarrend is en het doet voorkomen dat bijen op mysterieuze wijze verdwijnen. Verdwijnen is echter bij bijen een normaal verschijnsel. Elke bij, die doodgaat, verdwijnt. Bijen vertonen namelijk hygiënisch gedrag. Zodra in de kast een bij doodgaat, wordt deze door de andere bijen verwijderd. Een eventuele besmettingsbron wordt zo verwijderd ver weg van de kast. Dit is niets nieuws.

Dat er nu in toenemende mate bijenvolken getroffen worden door de zogenaamde “verdwijnziekte” heeft te maken met het feit dat er meer bedreigingen tegelijk op de loer liggen, waardoor het houden van bijen complexer is geworden. De varroamijt is één van deze bedreigingen. Dit is een mijt, die in de jaren tachtig onbedoeld vanuit Azië geïntroduceerd werd in Europa. Deze mijt heeft in de loop van jaren een resistentie ontwikkeld tegen de meeste bestrijdingsmiddelen. Daarnaast is de varroamijt vaak besmet met ziekteverwekkende bacteriën en virussen.

De varroamijt is niet de enige oorzaak van de slechte toestand van het honingbijenbestand. Het gaat hier om een multifactorieel probleem. Er is sprake van een algemene achteruitgang van bestuivers. De oorzaak hiervan is, volgens Blacquière (bijenonderzoeker bij Plant Research International) de toename van de menselijke bevolking, de intensivering van de landbouw en de achteruitgang van de natuur. Wat Blacquière betreft is een ander beheer van de openbare ruimte nodig, met meer plaats voor onkruiden en bloemen in het landschap. Hierdoor ontstaat een meer gevarieerd dieet van verschillende soorten stuifmeel. Dit komt ten goede van de vitaliteit van de bestuivers.