Zebravinken zijn gemakkelijk tot broeden aan te zetten. Een hoge vochtigheidsgraad en een oplopende temperatuur stimuleren de broedlustigheid van deze tropische vogels. Nestgelegenheid is noodzakelijk. De afmetingen van een nestkastje zijn 14 centimeter hoog, 19 centimeter diep en 10 centimeter breed, halfdicht en eventueel met een vlieggat van 3 centimeter. De beste plek voor een nestkastje is tussen dichte beplanting.De achterzijde van de kooi afsluiten geeft de zebravinken een gevoel van beslotenheid. Zebravinken houden er namelijk niet van om te worden bekeken als ze gaan broeden.
Wanneer het popje (vrouwtje) begint met eieren leggen, legt ze er elke dag één, tot ze vier tot 6 eieren heeft. Vanaf het derde eitje begint ze met broeden. Het mannetje en popje broeden afwisselend, waarbij ze elkaar na 1 tot 2 uur aflossen. De eitjes zijn heel lichtgroen van kleur en worden in twee weken uitbebroed.
Na het uitkomen van de eieren gaan beide ouders de jongen voeren. Ze braken het voedsel op voor de jongen. In deze periode is het belangrijk om de zebravinken van extra eiwitten te voorzien. Geef dagelijks een papje, dat bestaat uit een mengsel van opfokvoer met gekookt ei, magere kwark of fijngewreven wortels.
Na twaalf dagen krijgen de jongen veren. Dit is ook een geschikt tijdstip voor kwekers om een vaste voetring aan de brengen. Op een leeftijd van 3 weken vliegen de jongen uit. Ze worden dan nog enkele weken door de ouders in afnemende mate gevoerd. Na 5 weken zijn de jongen zelfstandig.
Zebravinken kweken
11november2005
Een koppeltje zebravinken verbindt zich voor het leven. Seksuele ontrouw is echter niet uitgesloten. Uit DNA-analyse van zebravinken is gebleken dat slechts een gedeelte van de nestjongen verwant zijn met hun beide ouders. Het komt zelfs voor dat zebravinkvrouwtjes een ei in het nest van soortgenoten leggen.
