Zelfmedicatie bij dieren

01mei2013
Bron: wetenschap24.nl
Niet alleen mensapen maar ook veel ander diersoorten maken gebruik van geneeskrachtige planten. Onderzoeker Jaap de Roode pleit in Science ervoor dat hier veel meer onderzoek naar gedaan wordt.
Onderzoek naar zelfmedicatie wordt vooral gedaan door primatologen. Het idee is dat een hoger denkniveau voor nodig is. Het beeld van een chimpansee die in de oerwoudapotheek op zoek gaat naar een plantje die hem van zijn diarree afhelpt is hardnekkig. Maar de Roode en collega’s stellen dat zelfmedicatie veel vaker voorkomt dan gedacht. Ook bij diersoorten waarvan dit niet verwacht wordt, als vogels, mieren, rupsen/vlinders en fruitvliegen.

In het artikel wordt onderscheid gemaakt tussen preventieve en therapeutische zelfmedicatie. Bavianen eten bijvoorbeeld giftige bessen om te voorkomen dat ze in het natte seizoen met parasieten besmet raken. De wollige beerrups eet planten met giftige alkaloïden wanneer hij last heeft van sluipvliegmaden (die hem van binnenuit opeten).
Ook wordt bij zelfmedicatie gedacht aan de volgende generatie. Vlinders die geinfecteerd zijn met eencellige parasieten leggen veel vaker hun eitjes op planten met hoge concentraties cardenoliden. De rupsen die de (giftige) cardenoliden eten hebben veel minder last van de parasieten.
Ook fruitvliegen gebruiken dit mechanisme. Wanneer er sluipwespen in de omgeving zijn, leggen ze vaker hun eieren in alcoholrijk voedsel. De larfjes zijn daar veilig voor de sluipwespen. En door boomhars met antiparasitaire chemicaliën in hun nesten te slepen, beschermen mieren en bijen hun nakomelingen.

Ook ziet de Roode aanwijzingen dat het afweersysteem van dieren door middel van zelfmedicatie wordt uitbesteed aan plantenstoffen. Het afweersysteem kost zeer veel energie en die hoeft dan niet meer door het dier zelf opgebracht te worden. Hijvergelijkt daar met andere energievretende (overbodige) systemen die verdwenen zijn zoals de ogen bij een grottenvis of onze eigen staart.

De Roode pleit voor meer onderzoek op dit terrein en dat kan ook voor mensen interessant zijn. 24 plantensoorten die door wilde chimpansees gegeten worden, zijn chemisch geanalyseerd. Er werden verbindingen gevonden die antibacterieel werken, maar ook die malaria en berglepra tegengaan. En vijf van de extracten bleken giftig voor menselijke tumorcellen. Dit klinkt als voldoende reden om dit onderzoeksveld serieus te nemen.