Huisvesting Emoe

Omheining

De afrastering van een emoeverblijf dient stevig te zijn. Het verblijf dient uit een binnenverblijf en een buitenverblijf te bestaan. Emoes hebben een binnenverblijf nodig, om zich tegen slechte weersomstandigheden te kunnen beschermen, ook al blijven veel emoes bij slecht weer ongedwongen buiten lopen.

Ondergrond

De bodem van het binnenverblijf kan bedekt worden met stro, houtsnippers of zand. Indien voor de ondergrond van het binnenverblijf wordt gekozen voor alleen beton, en de emoes lopen hier veel op, dan zullen de voetzolen teveel afslijten. Daardoor kunnen ontstekingen ontstaan aan de poten. Het beton kan uit voorzorg afgeschermd worden met een rubberen mat.
Een groot buitenverblijf kan worden ingezaaid met gras. Als de ruimte klein is of als er veel emoes zitten, zal het gras opgegeten of kapot gelopen worden. Het buitenverblijf kan ook helemaal met zand bedekt worden.

Onderhoud

De stal van de emoes kan het beste elke dag schoongemaakt worden. Het dagelijkse werk bestaat uit het verwijderen van mest. Als de bodemlaag smerig is, dient die helemaal vernieuwd te worden. Dat is afhankelijk van het oppervlak van de stal, van het aantal bewoners en van de weersomstandigheden. Zolang het stro schoon en niet vochtig is, kan het enkele weken meegaan.
In het buitenverblijf dient de mest dagelijks verwijderd te worden.

Maten

De minimale hoogte voor de afrastering van een emoeverblijf is anderhalve meter. Wanneer de afrastering lager is, kan een emoe ontsnappen. Het binnenverblijf dient minimaal twee meter hoog te zijn, zodat de emoes rechtop kunnen staan zonder het dak te raken. Voor emoes die als gezelschapsdier gehouden worden, is het aan te bevelen het verblijf zo groot mogelijk te maken.